Stel dat ik als 12-jarig zwemmertje bij mezelf als sportpsycholoog langs was geweest. Oef, wat had ik mezelf dan veel willen leren.

Toen ik vroeger op NK-niveau zwom waren mijn beste races altijd de regionale kampioenschappen. Daar zwom ik vaak mijn snelste tijden, en mijn limieten voor het NK. Maar op het NK ging het zwemmen nooit goed. Ik was niet veel zenuwachtiger dan normaal, maar ik dook het water in en mijn lijf wilde gewoon niet. Mijn spieren waren al leeg zodra ik begon. Ik snapte er niks van. Hoe kon dat? Ik had toch hard getraind, en er een hoop voor gelaten?

Nu snap ik het een stuk beter. Op NK’s klapte ik vroeger dicht. Ik ging teveel verwachten van mezelf. Ik moest alles goed doen, en ik had het gevoel dat er ook veel van me verwacht werd. En dat moest ik dus waarmaken, vond ik zelf. Vroeger heeft nooit iemand de link gelegd dat de reden achter het dichtklappen vooral mentaal was. Ik ook niet. Het woord ‘sportpsycholoog’ is ook nooit gevallen, dus ik wist als jonge zwemmer niet eens dat ik daarheen zou kunnen.

Zwemmen_Danielle_sportpsychologie

Dit is al ruim 10 jaar geleden, maar de sportpsychologie heeft flink wat stappen gemaakt in die tijd. Het wordt steeds normaler om bij een sportpsycholoog langs te gaan wanneer je ergens tegenaan loopt in je sport, of omdat je mentaal sterker wilt worden. Ook zijn het zeker niet alleen de topsporters die naar een sportpsycholoog gaan, maar ook genoeg amateursporters besluiten ertoe. Mentale training maakt steeds vaker deel uit van de technische, tactische en fysieke training die een sporter doet. En steeds meer sporters kiezen ervoor om op alle vlakken te trainen.

Nu kom ik sporters tegen die hetzelfde ervaren als ik deed. Ze voelen veel druk, willen graag alles goed doen, en daardoor lukt het soms niet meer op belangrijke wedstrijden. Deze sporters leer ik nu de dingen die ik vroeger zelf graag had willen leren. Zoals jezelf ontspannen voor een race, en je richten op jezelf.

Het belangrijkste advies dat ik mezelf had gegeven is dat ik geen controle heb over anderen, en over de dingen die om me heen gebeuren. Het heeft dus ook geen zin om me daarop te gaan richten. Ik heb alleen controle over mezelf, en wat ik ga doen in mijn race. En dat is wat ik mezelf nu ook elke keer weer vertel als ik een triatlon ga doen. Het is míjn race, dus ik richt me op mezelf en wat ik ga doen. Die anderen doen toch wel wat zij doen.

Triatlon_fietsen_sportpsychologie